Circulair ‘gewoon’ maken door radicaler te denken

Circulair ‘gewoon’ maken door radicaler te denken

Op donderdag 16 juni was het dan zover: het allereerste Circulaire Openbare Ruimte Congres, dat werd gehouden bij de Kunstlinie in Almere. Vooraf aan het congres vond op woensdag 15 juni het pre-congres plaats, met onder andere een rondleiding over het Floriadeterrein. Onder zonnige omstandigheden werd dit een mooie dag waarin veel netwerkgesprekken plaatsvonden, inspiratie werd gedeeld en ervaringen werden uitgewisseld.

Foto's: Laura Siliquini

Dagvoorzitter Jacqueline Kerkhof opende het congres, met de opmerking dat circulariteit en duurzaamheid mooie doelen zijn, maar dat het vaak ook abstract is en dus weinig concreet. Dit onderschrijft ook wethouder Hilde van Garderen van de gemeente Almere, in een gesprek met de dagvoorzitter. “Binnen de doelen voor een circulaire openbare ruimte worden veel dure Engelse woorden gebruikt”, stelt ze. Verder is de circulaire openbare ruimte nog lang niet voor iedereen zo ingesleten, maar zou dit volgens haar wel moeten. “We hebben namelijk alle mensen nodig, anders gaan we deze doelen nooit op tijd halen. Verder is het ook zaak dat we goed nadenken over hoe we zaken rondom circulariteit richting ‘de gewone mensen’ communiceren. Het gaat erom dat je helder communiceert. Vaak geldt dat als je het niet aan je buurvrouw kunt uitleggen, het geen goed plan is.” Tot slot heeft Van Garderen nog een oproep aan de gemeenten van ons land: “Wissel uit en probeer. Gemiddeld lopen de gemeenten achter in het circulair opereren, dus communiceer met en leer van elkaar.” 
Circulair ‘gewoon’ maken door radicaler te denken
Dagvoorzitter Jacqueline Kerkhof in gesprek met wethouder Hilde van Garderen

Het circulaire opereren implementeren in de samenleving is nog niet zo makkelijk. Dit komt vooral omdat mensen vaak denken in vaste patronen. Daarom is het soms heel goed om slechte ideeën op te werpen, stelt Rico Bakker in zijn keynote. “Ons brein werkt snel en efficiënt. Dat is goed, maar dit betekent ook dat we als mens snel vastroesten in patronen, en we niet altijd even snel open staan voor nieuwe plannen. Mensen maken gemiddeld zo’n 35000 onbewuste beslissingen per dag. Nou weet ik niet veel van circulariteit, maar ik heb me laten vertellen dat ook dat niet zo snel bij mensen binnenkomt. We zouden daarom met zijn allen vaker ‘slechte ideeën’ moeten bedenken, om zo creativiteit meer ruimte te geven.” 

Radicaler denken

Volgens Cecile van Oppen, die ook een keynote verzorgde op het Circulaire Openbare Ruimte Congres, moeten we niet alleen creatiever maar vooral ook radicaler gaan denken. “We hebben in principe niks te verliezen, het is code rood voor de mensheid.” Harde woorden, volgens Cecile moeten we als Nederland het gidsland zijn voor de transitie naar een circulaire economie. Ze noemt drie manieren om de impact op de openbare ruimte te verkleinen: reduceren impact, levensduurverlenging en niet bouwen. “Aan alle opties kleven voor- en nadelen, maar het is goed om te kijken hoe we dit alsnog voor elkaar gaan krijgen. Mijn favoriete uitspraak, door Henk Jan van Meer, is dan ook: als we te lang blijven polderen, lopen we vanzelf onder water.” 

Circulair ‘gewoon’ maken door radicaler te denken

Debat

Na vier ronden parallelsessies was het aan het eind van de middag tijd voor een afsluitend debat. Hieraan namen vanuit verschillende disciplines de volgende mensen deel: Erik Kijlstra (Cirwinn), Mieke Slingerland (Modernista), Lars Bouwman (Circulair West), Maurijn Odé (ROC Flevoland) en Thea Attevelt (Gemeente Almere). Dagvoorzitter Jacqueline Kerkhof opende de vraag of de overheid de regie zou moeten hebben in het ontwikkelen van de circulaire keten. Volgens Lars zou de regie bij niemand moeten liggen, omdat het een collectieve samenwerking moet zijn. “Met Circulair West hebben we inspiratie gehaald bij de provincie Friesland. Zij presteren al heel goed op het gebied van circulair opereren. Wat wij wel anders doen dan deze provincie, is dat Friesland vooral met gemeenten samenwerkt, en wij vooral met bedrijven.” Thea Attevelt: “Ik denk dat we juist vooral vanuit persoonlijk vlak zouden moeten kijken naar het creëren van een circulaire economie. Iedereen kijkt er anders tegenaan en heeft andere ideeën, die zouden we moeten gaan bundelen.” Verder merkt Attevelt op dat nog geen enkele gemeente aan circulaire aanbestedingen doet. Volgens Bouwman en Odé ligt er vooral een sleutelrol voor het onderwijs. Bouwman: “Er is, als we het over circulair opereren hebben, nog geen onderwijs in de cirkel.” Kijlstra voegt eraan toe: “En niet alleen dat, in mijn optiek heeft de overheid wel degelijk een belangrijke rol. Daarnaast moet het bedrijfsleven meebewegen in de keten. Daarvoor is vakkennis op de werkvloer essentieel, dus daar zullen we ook in de komende jaren op moeten gaan inzetten.” 

 

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven