Leidse Ladder als monitoringstool voor circulariteit

Leidse Ladder als monitoringstool voor circulariteit

Om te beoordelen of projecten in de openbare ruimte circulair worden uitgevoerd, ontwikkelde de gemeente Leiden de Leidse Ladder. Deze monitoringstool maakt met een puntenscore de mate van circulariteit in projecten inzichtelijk. Aan de hand van het puntenaantal kan worden nagegaan of het project aan de circulariteitseisen van de gemeente Leiden voldoet. Esmé Bosch, beleidsmedewerker circulaire bouw bij de gemeente legt het instrument en de achterliggende doelen uit.

Leiden onderschrijft de nationale doelstelling om conform de Transitieagenda Bouw alle gemeentelijke bouwprojecten waar mogelijk vanaf 2023 100 procent circulair uit te vragen. In maart 2021 startte de gemeente daarom het project Circulaire Openbare Ruimte (COR). “Een grote groep van ongeveer zestig collega’s vanuit acht verschillende domeinen in de openbare ruimte kwam bijeen om te kijken hoe 100 procent circulair uitvragen eruit moet zien. Wat betekent dat, hoe kom je daar? Wie heb je daar allemaal voor nodig?” schetst Bosch het proces.

In oktober 2021 wordt het project afgerond en onder andere vastgesteld wat een 100 procent circulaire uitvraag is en hoe je daar in projecten en processen naar toe werken: voor nu geldt een project als 100 procent circulair als is voldaan aan twee van de acht circulaire ontwerpprincipes (zie foto onder). In 2030 moet aan alle acht worden voldaan. “Daaruit kwam de behoefte om aan de voorkant te kunnen monitoren hoe circulair een project is: welke elementen heb je daarvoor nodig, hoe kun je beoordelen of het voldoende circulair is? Zo is de Leidse Ladder tot stand gekomen.”

De circulaire ontwerpprincipes als basis

De ladder bestaat uit een vragenlijst die vanaf het schetsontwerp tot de aanbesteding kan worden ingevuld. “Hoe eerder je hem in het proces invult, hoe makkelijker je nog kan bijsturen. Zodra je het definitief ontwerp hebt, weet je hoe circulair je project is.”

De acht ontwerpprincipes zijn gebaseerd op de R-ladder. Bosch: “Op preventie, waardebehoud en waardecreatie. De ontwerpprincipes vloeien daaruit voort.” Het leidt tot een lijst waarin een totaal van 148 punten is te behalen bijvoorbeeld op het gebied van circulaire sloop, van hergebruik van objecten, van materiaalgebruik, door het voorkomen van bepaalde ingrepen, via circulair ontwerp, door aanpasbaarheid en toekomstig hergebruik en door de inzet van circulaire businessmodellen en indicatoren.

Bosch geeft een voorbeeld van een circulaire afweging die veel punten oplevert, omdat er geen nieuw materiaal nodig is: “Gebakken straatmateriaal wordt in grote hoeveelheden toegepast in Leiden, zowel voor nieuwbouw als voor renovaties en herinrichtingen. Oude gebakken klinkers die vrijkomen bij deze projecten zijn vaak van goede kwaliteit en kunnen prima nog jaren de straat van verharding voorzien. Gelukkig is dat algemeen bekend en worden oude gebakken klinkers vaak weer meegenomen door de aannemer om ergens anders opnieuw te gebruiken. Maar het transport van dit materiaal is wel erg intensief en milieuvervuilend, door het gewicht en het grote aantal benodigde stenen per vierkante meter bestrating. Milieutechnisch is het dus voordelig om vrijkomende gebakken klinkers direct her te gebruiken op dezelfde locatie.”

“Uiteindelijk hoop je dat die monitor overbodig wordt”

Implementatie

Het invullen van de monitor kost gemiddeld een half uur, de uitslag volgt binnen enkele minuten. Van de 148 te behalen punten volstaat voorlopig een totaal van veertig punten, behaald in minimaal twee van de acht ontwerpprincipes. Met die score voldoet het project aan de op dat moment geldende circulariteitsdoelen en kan het 100% circulair genoemd worden. “Die veertig punten is 100% circulair volgens de kennis en kunde die we op dit moment hebben.”

Leiden stelde de monitor in oktober 2022 verplicht, tot en met eind 2023 wordt deze in een test- en analysefase verder fijn geslepen. “We kijken wat er goed en minder goed gaat, waar hebben onze collega’s hulp nodig, wat zijn knelpunten? Met de ingevulde monitoren en de opgehaalde feedback updaten we vanuit het circulaire bouwteam de monitor en de handleiding waar nodig. Zodat we begin 2024 een goed lopende monitor hebben, waar iedereen in zich kan vinden en die makkelijk in te vullen is.”

Hulpmiddel voor volgende stappen

Vanaf 2024 is de consequentie van het niet halen van het minimale puntenaantal dat het project niet in de huidige vorm uitgevoerd kan worden. Waarmee de tool een daadwerkelijke stok achter de deur wordt om circulariteit uit de vrijblijvendheid te krijgen. Dat is ook het doel van de monitor, naast het creëren van bewustwording en draagvlak. “Het is een gezamenlijk leerproces waarin we openbare ruimte makers en beheerders helpen om de volgende circulaire stappen kunnen zetten.”

Bosch vervolgt: “De eerste stappen zijn vaak het eenvoudigst. ‘Ja, ik kan wel tien tot twintig procent hergebruiken’. Of op een gegeven moment vijftig procent hergebruiken. Maar hoe ga je die laatste twintig procent vinden? En hoe kunnen wij als circulair bouwteam het beste faciliteren in het realiseren van achterliggende systemen? Daar helpen wij bij via een voortdurende analyse en evaluatie van en door in gesprek te gaan over de ingediende lijsten. En uiteindelijk hoop je dat die monitor overbodig wordt. Dat mensen zich er zo bewust van zijn dat alle projecten automatisch circulair zijn.”

Het artikel komt uit het Inspiratiemagazine voor de circulaire openbare ruimte.

Lees hier het digitale magazine

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven