Hylke Faber is één van de kartrekkers van Brokkenmákers. Het bedrijf streeft naar hoogwaardig hergebruik van materialen in onder andere de openbare ruimte. Zo heeft Brokkenmákers er mede voor gezorgd dat van het puin van de Utrechtse Domtoren hoogwaardige producten worden gemaakt. “Weggooien van materialen is dom, hergebruik is steengoed”, stelt Faber.
In eerste instantie zou het puin van de Dom worden gebruikt als granulaat onder een snelweg. Brokkenmákers zocht contact met de betrokken partijen met als gevolg dat het puin nu hoogwaardige toepassingen krijgt in de Utrechtse openbare ruimte. Het bedrijf werkt voor dit project samen met verschillende partners: “Een groot deel van het puin zetten we hoogwaardig en zichtbaar in door één miljoen circulaire bakstenen te ontwikkelen die in duurzame wijken als Merwede en Cartesius terugkomen. Dit realiseren we samen met New Horizon die bakstenenfabrikant Wienerberger erbij betrok. Ook hebben we een kunstwerk in aanbouw in het Máximapark dat wordt gemaakt van blokken en ornamenten van de Dom. Daarnaast zijn we verschillende andere opties aan het onderzoeken. Zo hebben we een architect gevraagd of het mogelijk is om een pand te bouwen van de brokstukken van de toren en daarnaast laten we schetsen maken voor straatmeubilair. We hebben bovendien een participatietraject opgezet waarbij inwoners van de stad met ideeën konden komen waar zowel leuke producten uitkomen als kunst voor de openbare ruimte”, vertelt Faber.
Steengoed
Brokkenmákers kijken met open blik naar herinrichtingsprojecten. Faber: “weggooien is oliedom, hoogwaardig hergebruik steengoed is ons motto. Wat je vaak merkt is dat aannemers, gemeenten en andere betrokken partijen net even een zetje in de goede richting nodig hebben om buiten hun eigen domein of afdeling te denken. In Utrecht zouden bijvoorbeeld tientallen bomen worden gerooid bij een herinrichtingsproject. Deze zouden in eerste instantie verbrand worden. We hebben door onze bemiddeling ervoor kunnen zorgen dat een deel van de bomen herplant wordt op andere locaties in de stad. Daarnaast hebben wij een schouw laten maken van de bomen. Daaruit blijkt dat de verschillende houtsoorten prima te gebruiken zijn voor allerlei toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan bankjes, gevelbeplating en speeltoestellen. Per houtsoort hebben we gekeken naar wat de meest hoogwaardige toepassing is. Daarbij zoeken we ook partners. Zo hebben we contacten gelegd met speeltoestellenleveranciers om het hout ook daadwerkelijk te gaan gebruiken voor speellocaties in Utrecht. Door materialen hoogwaardig in te zetten, geef je een verhaal en identiteit aan een herinrichting of nieuwbouwplannen. Het is ook goed dat je als gemeente nadenkt over welk boomsoorten je wilt hebben in de openbare ruimte. Je wil natuurlijk dat bomen zo lang mogelijk blijven staan. Maar als je toch genoodzaakt bent om bomen te rooien, dat moet je er wel voor zorgen dat je soorten gebruikt waarvan hoogwaardige producten gemaakt kunnen worden. Beschouw je stad als productiebos en je kijkt heel anders naar de bomen die je plant.”
Integraal denken
Faber geeft tijdens zijn sessie op het Circulaire Openbare Ruimte Congres tips aan gemeenten om mee aan de slag te gaan. “Wat ik nu constateer is dat er te weinig integraal wordt gewerkt. De verschillende afdelingen werken afzonderlijk van elkaar vanuit eigen belangen, kosten en perspectief. Er moet een bewustwording ontstaan om breder te kijken. Op het gebied van circulariteit wordt soms alleen het noodzakelijke gedaan, terwijl je door integraal naar projecten te kijken meer hoogwaardige circulaire toepassingen kunt bedenken. Dat laten de voorbeelden uit Utrecht wel zien. Eerst zou het puin van de Dom worden gebruikt voor granulaat, maar nu zijn er veel hoogwaardiger oplossingen bedacht met grote betrokkenheid van de inwoners”, besluit Faber.
Faber is een van de vele sprekers tijdens het Circulaire Openbare Ruimte Congres. Bekijk het programma en meld je aan!